Ironisch Sarcynisme

Ironisch Sarcynisme

Ik betitel mijzelf nog wel ‘ns als cynisch. Dat klopt niet. Ik ben van nature weliswaar wel redelijk wantrouwend en sceptisch in veel opzichten, maar dat uit zich niet in bijtend-spottende opmerkingen naar anderen toe. Meestal niet althans. Ik ben eerder een sterk ironisch-sarcastisch mensch. Een irosarcast.
Bij ironie gaat het om milde, eigenlijk nog vriendelijke spot, vaak wat bedekt. Zoals ik ‘s-ochtends wel ‘ns tegen manlief-met-vette-kater-en-haren en dikke wallen onder de ogen kan zeggen “Schat, wat zie je er vandaag weer oogverblindend uit, werkelijk om op te vreten. Doen we wat?” Je zou hier dan theoretisch gelijk “NOT” achteraan kunnen grinniken.
Sarcasme is al iets harder, bijtender, niet langer echt verdekt. “Jemig meid, wat heb jij een ge-wél-dige jurk aan” (m.a.w. wat een afschuwelijk, afzichtelijk vodje heb je daar van de vlooienmarkt meegejat). Je zou er in dit geval ook niet-theoretisch het woordje NOT achteraan kunnen zeggen. Wat ik zelf praktisch nooit doe. not.
Helaas voor mij wordt dit geheel aan spottende activiteiten toch nog wel eens fout begrepen. Vooral als het om geschreven tekst gaat want dan zijn mijn opgetrokken wenkbrauwen, scheve grijnzen en knipogen wat minder zichtbaar.  Dus bij deze: lieve mensen, ik ben een bekennend irosarcynist. Neemt u mij met een korreltje zout. En een partje citroen. En een flinke scheut Tequila.
Dank u.

0 gedachten over “Ironisch Sarcynisme

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *