even serieus hè…
Éven serieus.
Makkelijker gezegd dan gedaan.
Ik kán heel serieus zijn.
Ja, eerluk woar.
Bloedjeserieus zelfs (zie mijn blog-categorieën).
Maar meestal ben ik een slechts beetje serieus met een licht grinnikende invalshoek.
Dat wordt binnen mijn werksituatie nog wel eens ondergewaardeerd, vind ik zelf. Men is dat namelijk niet gewend, hier in het duitstalige deel van Europa al helemaal niet. Op je werk (en dan vooral: aan de telefoon) ben je ernstig, gemotiveerd, gedreven, professioneel. Serieus dus.
Ik kan dat niet zo goed. Er steekt nog teveel hollandsigheid in mij geloof ik. Men hoort aan de andere kant van de lijn volgens mij al dat ik meestal zit te grijnzen tijdens een gesprek. Ik denk nu eenmaal snel door en interpreteer woorden van anderen op mijn manier, met een vleugje humor. Ik denk het mijne, zeg maar. Ik zou ook graag het mijne terugzeggen, maar dat is dus zakelijk onpassend.
Jammer is dat. Het mag niet. Hoort het echt zo? Dat eeuwig serieuze in je werkkring? Ja goed, die vrijdagmiddagborrels en het zogenaamd gezelligleuklollig doen met je collega’s op gezette tijden, dat moet dan voor de losse noot zorgen. Prima hoor, maar als je je de rest van de dagen in moet houden, blijft die opgelegde ernstigheidssfeer toch hangen. Ook met klanten valt er geen lol te behalen, je bent volledig zakelijk of je bent gewoon niet. Maar ik kan toch ook best professioneel met een lach zijn? Toen ik net begon met “echt” werken, jaar of 15 geleden (*kuch*) stonden mijn twee toenmalige chefs er pertinent op dat ze met “u” aangesproken werden. Sie-zen dus, in het Duits. De ene was net zo oud als ik toen trouwens (nou ja, jaartje of 3 ouder), bij hem heb ik het ge-u zegge en schrijve 3 maand volgehouden. Bij m’n andere chef langer, die was er ook de persoon meer naar. Maar het voelt zo ‘gemaakt’, die afstandelijkheid. En zo onnodig… Toen wij (collega en ik) 3 jaar later die toko overnamen, was het natuurlijk ineens níet meer nodig, dat ge-U.
Bij telefonische enquêtes leef ik me nog wel eens uit. Als ik al gebeld word, doe ik daar – als ik er tijd voor heb – meestal mee. Vind ik leuk. Al snel merk ik hoe de enquêteur/-trice zelf in zijn/haar job staat en of er een lolletje vanaf kan. Je hebt ook bepaalde exemplaren die echt enkel die xx euro netto per uur in hun hoofd hebben en eigenlijk niet eens weten wat ze nou precies vragen. Meeschrijven hoeft niet, het wordt gewoon opgenomen. Dus waarom zou jou het antwoord van de respondent nog interesseren? Als-ie maar íets zegt, is ’t goed.
Laatst had ik eens een enquête voor een europees onderzoek naar de publieke mening over de politiek, de uitvoering van de taken, de invloeden op de financiële en economische wereld. Bij het uitleggen van de enquête had ik al zoiets van “jeeminee, heavy stuff”. De vragen waren idioot ingewikkeld. Nou heb ik een bedrijfseconomische én sociaalarbeidstechnische universitaire opleiding, een eigen zaak en een breed interessegebied (waar ik enkel mee wil zeggen dat ik normaalgesproken wel wat kan met dit soort enquêtes en onderzoeken), maar toch moest ik bij veruit de meeste vragen even navragen wát er nu precies gevraagd werd, wat ook alweer de mogelijke antwoorden waren of wat de dame in kwestie er daadwerkelijk mee bedoelde. Uiteindelijk draaide het gesprek toen ik haar midden in de vragenstortvloed vroeg, hoe zij in vredesnaam deze enquête bij de willekeurige doorsnee mens erdoorheen kreeg. Wie die vragen opgesteld had en of diegene er ooit wel eens over nagedacht had WIE die vragen moet snappen én beantwoorden. En toen ze stortte haar hart uit. Ze deed het zo graag, die telefonische enquêtes maar dit was een ramp. Zoveel mensen die de hoorn erop kwakten omdat het ze allemaal te gecompliceerd werd. De onbeleefdheid. Het gebrek aan humor aan de andere kant van de lijn. De grote incapabiliteit van de opdrachtgevers. Enzovoort.
We hebben wel een dik half uur gepraat en zelfs gelachen. Ik heb haar van haar enquêtebezigheden afgehouden, dat wel. Ik neem aan dat ze betaald krijgt naar het aantal doorgevoerde interviews want het kon haar geen bal schelen. Ik hoop voor haar alleen wel dat ze het opnameknopje voor die tijd uitgezet heeft. En achteraf bedacht ik me, dat ik niet eens wist hoe ze heette. Maar ik besefte wel weer eens te meer, dat de overigende werkende mens ook maar enkel dat is: gewoon mens. Waarom dan die eeuwige stijfheid en doodsernst naar elkaar toe, zowel IRL als aan de telefoon.
Echt lui, saaier kunnen we het niet maken. Wel leuker.
0 gedachten over “even serieus hè…”
Ik vind het leuk. 😉
Het leven met een glimlach beleven maakt alles zoveel leuker!
Hahaha, heel herkenbaar. Ik zie iedereen ook als mens en niet als een ‘functie’ en prik daar ook snel doorheen met een grapje ofzo. Leuk geschreven! Vooral je laatste zin 🙂
Wat ben ik dan blij met de over het algemeen informele contacten op het werk.
Zowel intern als extern. En dat voor een Rijksambtenaar *kuch*
Ik ben ook wel serieus, maar dan bijvoorkeur per mail.
Bij onsop het werk is het ook heel heel informeel, en als het te ernstig of te stil wordt, dan durf ik ook al wel eens een uitlating doen om het ijs te breken. Bij de kollega’s merk ik, bereik je ook veel meer met de glimlach en een grapje.
Ik houd wijselijk mijn mond over de tijden voordat ik voor mezelf begon. Was eens een callcentermannetje en aiaiaiai. Daar kan ik verhalen over vertellen…Doe ik trouwens niet.
Dikke pluim Lou!