Alles over Niets
Nou bij deze.
Hier.
Heb je alles.
En het gaat werkelijk over niets.
Want eigenlijk is alles gewoon niets.
Lekker zweverig hè.
Toegegeven, mijn allereerste gedachten bij ‘dat boek’ en ‘die film’ waren dan ook: “ah nee hè, wéér zo’n goeroeboek over zelfacceptatie en de zin van het leven…” En er staan bijdrages in, die naar mijn persoonlijke smaak daadwerkelijk een beetje te filosofloating zijn, maar ieder z’n ding. Het boek zelf was voor mij echter toch een eye-opener. Waarom? Omdat het me aanzette om eens na te denken over het “ik-begrip”, het beeld dat ik denk van mij te hebben, de persoon die ik denk te zijn. Wie bén ik nou helemaal?
Back to basics.
Wat maakt een mens menselijk? Voor mijn gevoel (en ook duidelijk voor anderen, zie boek) is dat de capaciteit tot zelfreflectie en het zich bewust zijn van een ‘ego’. Maar wie is dat dan? Wie ben ‘ik‘ nou eigenlijk helemaal? Deze (te) zeer uit de kluiten gewassen bundel cellen? (ik krijg acuut visioenen van ’the blob’). En waar in mij zit die ‘ik‘ dan? Waarom praat ik over ‘mijn lichaam’ terwijl ik dat lichaam bén? Alleen dat getuigt al van dualiteit in mij: ik zie mijzelf in delen. Hier is mijn lichaam en ergens in de bovenkamer van dat lichaam huist mijn ‘ik‘. En die ‘ik‘ kijkt naar dat lichaam en denkt “mwahhh, dat kan beter…” Maar die ‘ik‘ IS mijn lichaam. Ik ben in feite helemaal niet duaal, ik ben non-duaal. Eén ding. Daar verwijst dus ook die ineens zo veelbesproken non-dualiteit naar: alles is één. Het wordt ook wel “a-dvaita” genoemd, wat zoveel betekent als: “alles in het universum is gemaakt van één en hetzelfde spul, namelijk energie” [citaat: Paul Smit, Alles over Niets]. Alles is één. Bij dit soort definities haak ik als nuchter en uitermate atheïstisch kalf over het algemeen al af, maar als ik me de oerknaltheorieën even voor de geest haal, klopt het ergens ook wel weer een beetje. Denk ik. Denk ik?
Alles ontstond gewoon.
Van het een kwam het ander, de ééncellige werd een meercellige, de spore een boom, en het groeide. Daar deed niemand iets aan, het was simpelweg zo. En is nog steeds zo! Alleen is het wezen namens mens met z’n hersenen vanaf een jaar of 1-2 ineens in staat om zichzelf te herkennen en aan de hand van dat groeiende ik-gevoel een zelfbewustzijn te creëren. En dán wordt het pas lastig. Want als ik ik ben, wie ben jij dan? En als jij anders bent, ben jij dan beter of slechter? Of enkel anders? Of eigenlijk hetzelfde maar toch niet helemaal? Floep, daar komt het concurrentiedenken om de hoek kijken. En ook het zich juist willen identificeren met anderen. Het ‘goed genoeg’ en vooral ‘goed bezig’ willen zijn. Vanaf dat moment maken we het onszelf dus verrekte moeilijk.
Goh. Herkenning. Tja. Hmmm. En nu?
Juist. NU. Daar gaat het dus om. Tien jaar geleden had ik heel andere dingen voor mij in gedachten. Tien jaar geleden dacht ik niet, dat ik als überstadsmens in een koeiendorp in Oostenrijk aan een houten eettafel blogjes zou zitten schrijven. Ik plande mijn carrière (mijn zaak verder op- en uitbouwen, zo snel mogelijk weer leuke en grote projecten gaan doen, stiekem veel geld verdienen…). Ik plande waar ik zou zijn (of liever gezegd, waar ik zou blíjven: in ons prachtige, grote appartement in München, met mijn vriendinnen om me heen en mijn zaak in het centrum van deze miljoenenstad, met een hoop voorzieningen, een tof uitgaansleven en een hamam en een delicatessensupermarkt om de hoek). Ik plande nog minstens twee kinderen erbij (zoon was 10 jaar geleden 10 maand oud en er kwam er uiteindelijk ‘maar’ eentje bij -dochter- en toen was het ook gewoon goed) en een volledige kinderdagopvang zodat ik weer 60 uur in de week kon werken (maar mijn kinderen maakten dat het allemaal anders kwam). Ik plande dat ik een boek zou schrijven (tot nu toe nog steeds niks van gekomen, maar dà ken nog, hè). Ik plande nog veel en veel meer. En nu, tien jaar later, is alles anders dan ik had gepland. Mijn leven kwam er zomaar ineens tussen…
En is dat dan goed, vraag je je…
Kijk, en dát maakt dus geen bal uit. Het is zoals het is. Het is gewóón simpelweg zo gegroeid. Vanzelf. Of ik ’t nou plande of niet. Het echte ‘leven’ als zodanig gebeurt je. Het ‘doet’ je. Je kunt natuurlijk je best doen om ‘verstandige beslissingen’ te nemen, maar zelfs van beslissingen is inmiddels in neurologische onderzoeken bewezen dat je die onderbewust (nanoseconden tot dagen tot weken) van te voren al genomen hebt voordat je ze uiteindelijk ook manifesteert. Hersenen zijn rare dingen. Maar door te reflecteren, door te kijken naar anderen, door zelfs te gaan nadenken over wat anderen van mij zouden vinden, kreeg ik stress, prestatiedrang, last van perfectionisme en werd ik steeds ontevredener met en onzekerder over mijzelf. Niet dat dat nou in één klap foetsie is hoor, helaas niet. In het boek noemt meneer Smit dit ‘kramp’. Ik heb geprobeerd mijn kramp weg te vreten. Werkte niet. Integendeel. Extreem afvallen deed de truc evenmin. Ik heb geprobeerd de boel dan maar te verdoven met alcohol. Werkte ook voor geen meter. Ik heb geprobeerd om er een hoop materieel spul tegenaan te gooien (mooie inrichting, kleren, electronische speledingetjes). Hielp niet. Ik heb meermaals geprobeerd het op te schrijven, mijn kramp te verwoorden. Lukte een beetje (vooral ook vanwege het gevoel van her- en erkenning dat dat schrijven genereerde) maar uiteindelijk zette het nog meer tot malen aan. En ik maal nog steeds. Maar nu in ieder geval met een ander grondbeginsel.
Het boek levert dan ook geen oplossingen, methoden of goeroe-denkwijzen. Alweer helaas, zou je zeggen. Maar dat had ik eerlijk gezegd ook niet verwacht. Enkel en alleen de inzichten die geleverd worden, zijn al bere-interessant. Ik zal nooit een heel spiritueel mens worden. Hoeft ook niet. Maar nadenken over mijn geestelijke krampen en tot het inzicht komen, dat ‘ik’ als zodanig enkel een idee, een concept van mijzelf ben, een imago dat in de loop der tijd in mijn hersenen gevormd is, dat werkt best wel heel erg bevrijdend. Het inzicht, dat enkel het nu telt en niet al die opgebouwde ik-omhulsels uit het verleden en ook niet al die geplande ik-vormen in de toekomst, zorgt voor meer acceptatie en bewustwording van het grotere geheel. Ja, my dear friend, dit is ik-denken op het allerlaagste nano-niveau. En zelfs dat is nog steeds te hoog. ..
I’ll get there.
Because there is no I.
And there is no there…
.
.
Blog n.a.v. het boek “Alles over Niets”, Samenstelling van Han van den Boogaard, Samsara uitgeverij bv 2013, ISBN: 978-94-91411-04-5
Een aanrader voor iedere hedendaagse, ik-denkende zoeker. De film is ook het verinnerlijken waard: hoge herkenningsfactor 😉
0 gedachten over “Alles over Niets”
Zeker een boek voor mij
Dat denk ik wel 😉
Ik weet het wel zeker 😉 x
Goed blog! Interessant boek. Meer lezen over Mindfulness is ook wel wat voor je. David Dewulf heeft n paar goede boeken geschreven. Persoonlijk ben ik ook fan van de boeken van Tijn Touber. Laatst las ik zijn boek ‘Het geheim van genialiteit’, het heeft mij erg geholpen met het thema ‘loslaten’.
Zo zijn we allemaal op onze eigen manier aan het evolueren in de hoop straks oude, wijze vrouwen te zijn. Succes xxx
…oh when I’m old and wise….
Thanxxx voor de tips! Ik ga lezen! Maar ik ga nu eerst maar ‘ns een rondje ontkrampend slapen 😉 lekker onderbewust en helemaal vanzelf. Dát kan ik namelijk nu al heel goed ^_^ XXX
“En nu, tien jaar later, is alles anders dan ik had gepland. Mijn leven kwam er zomaar ineens tussen…”
Juist om dit soort zinnen moet je gaan schrijven… en verder … loslaten… kijk ook eens op http://lsltn.nl/home. Dat helpt mij (soms).
groetjes,
Dorothé
Goed geschreven! En informatief! Ik heb het boek gelijk op mijn lijstje gezet van boeken die ik nog eens wil lezen. Ik was ‘vroeger’ ook van de ‘anti-zweverige’ maar ik weet inmiddels dat er veel verschil is tussen zweverig en zweverig 🙂 .
En ook dank aan de mensen die hierboven gereageerd hebben, er staan nuttige tips bij!