Zwemleed
Maaiende armen, uitslaande benen, boze blikken, blauwe schenen. Sinds een paar weken ga ik op maandagochtend zwemmen. Het is op dit moment zo ongeveer de enige sport die ik nog kan beoefenen met die verrotte knieën van mij en het is gewoon goed voor me. Het enige nadeel is dat ik a) op maandagochtend nu dus standaard in de file sta want het ‘vroegzwemmen’ is van 7 tot 9 am en om die tijd willen mensen normaal gesproken naar hun werk. En het b)-nadeel is dat ik tussen de bejaarden door moet harken.
Dat laatste kan ik inmiddels – beweer ik met gepaste trots – behoorlijk goed. Ik heb mezelf een redelijk ‘rustige’ en minimaal spetterende crawl-stijl aangeleerd en ik maak hier en daar een praatje met de ouwetjes om ze goedgezind te stemmen. Zo zwemt er een oud rimpelig mensje in knalrood badpak – ze ziet eruit als een doelloos ronddrijvend roma-tomaatje met armen – standaard op haar rug. Op zich geen probleem, ware het niet dat ze haar armen niet in zwemrichting beweegt maar in een hoek van 90° op haar bolle lichaampje op en neer peddelt en daarbij ook nog eens als een Aïda-lookalike het halve bad door kruist. In eerste instantie ergerde ik me daar ook mateloos aan, maar ze is een lief mensje, ze kan niet anders en ik duik er wel onder door als het nodig is. Vindt ze prima. Een minstens vijfentachtigjarige kale knakker zwaait altijd gelijk als ik binnen kom: ik mag wel in zijn baan zwemmen. Lief, maar ik blijf lekker bij mijn rooie cruiseschipje. Die zwemt zo langzaam dat ik daar volledig berekenend omheen en onderdoor kan. Bij die knakker vermoed ik daarentegen andere motieven.
Zigzaggend trek ik zo mijn baantjes. Het gaat ook duidelijk vooruit met mij: in het begin zwom ik vijftien baantjes in het vijfentwintigmeterbad en vond ik het wel ju. Vandaag heb ik er al zesendertig gezwommen. En volgende week zwem ik er veertig. Da’s dan wel mooi een kilometer! Plus de nodige beentraining aan de rand van het bad. Ik zwem. Zij zwemmen. Wij zwemmen. Gestaag en redelijk harmonieus maaien we gezamenlijk het bad door.
Tot er ineens een overmatig gespierde, hevig behaarde man – ik schat ‘m een jaar of vijfendertig – met nogal krap speedo-broekje (ja, ik let op dat soort dingen) en dito badmuts op de badrand staat en met vol geweld tussen ons bejaarden duikt. Hij zwemt zo agressief dat de ouwetjes verschrikt midden in het bad blijven hangen. Eén krijgt een mep tegen de elleboog, een ander verslikt zich in het opspattende water. Ik krijg terloops nog een wappertrap tegen mijn schenen. Hij maakt aan het eind van zijn baantje van die professionele duikeldraaibewegingen om zich dan hard tegen de rand af te zetten voor de retourreis. Dat kan op zich een heel gracieuze beweging zijn maar deze aap maait zo hard met zijn benen dat er bij elke draai een fontein van minstens tweehonderd liter badwater over de rand zwiept.
Rode oma vlucht naar de kant, kijkt mij wanhopig en hulpbehoevend aan. Eh… tja. Ik kan die man moeilijk zeggen dat hij hier niet mag zwemmen. Maar een beetje rekening houden met het andere, deels dobberende zwempubliek zou niet weg zijn… We praten even, over de “Rücksichtslosigkeit” van de jeugd van tegenwoordig, gheheheh (en ondertussen voel ik me stokoud). Ze moet duidelijk haar frustratie-ei even kwijt. Ik ginnegap dat het zwembad, als die kerel nog even zo doorzwemt, zo meteen sowieso leeg is. Ze kijkt enkel ietwat bedremmeld. Aangezien wij allemaal aan de kant hangen te koekeloeren, ziet meneer dat het zwembad nu redelijk mensenvrij is en begint abrupt met zijn vlinderslagtraining. Ik kijk naar Romaatje met een blik van: “Zie je wel! Al bijna leeg!” en zie nu tot mijn grote vreugde dat de badmeester op hoge poten naar de vlinderman loopt. Zo gauw die bij de rand aangekomen is, tikt hij hem niet al te zacht met zo’n zwemstang op zijn hoofd en zegt: “SO NICHT!!!” Vlinderslag mag namelijk alleen in de afgescheiden snelzwembanen, niet tussen ons sloomzwemmertjes door.
“Maar die banen zijn allemaal bezet!”
“Dan heeft u pech gehad; moet u maar wachten. Maar op deze manier zwemt u alle anderen hier overhoop”, waarna de badmeester met grote stappen en een norse blik weer weg beent.
Wij kijken allemaal vergenoegd en breedgrijnzend naar de nog nasputterende man, die zich vervolgens nergens iets van aantrekt en stoïcijns doorgaat met terreurzwemmen. Alleen niet meer in vlinderslag. Een mini-overwinning. Hopelijk gaat hij volgende week ergens anders fladderen.
0 gedachten over “Zwemleed”
Lijkt me heerlijk, dat gezwem, maar het idiote tijdstip houd me tegen. Alhoewel: nu ik niet meer blog, kan ik ook later opstaan, dus ik kan dan toch net zo goed de wekker zetten en gaan zwemmen…. Misschien van het voorjaar? 😉
‘ze ziet eruit als een doelloos ronddrijvend roma-tomaatje met armen ‘ fantastisch 😉
Irritant, dit soort aso’s. Dat roma-tomaatje – haha!!
Pfff, arme man! Voor die 3,50 kan hij niet eens zijn energie kwijt. Maar het is tegenwoordig inderdaad een luxe om een beetje ruimte te hebben om rustig zwemmen zonder ongewenste aanrakingen…