wirwar
heftige en ijzige ochtend.
beetje vreemd, wel lekker.
inpakken die hap.
het is tenslotte bijna ker(st)mis.
hé jij, wat doe je hier in mijn hoofd?
tijd om op te krassen, jochie.
maar dan is er niemand meer.
da’s ook wel weer heel stil.
oma kon niet achteruit rijden.
niet zonder schampschoten.
hoe een paal een twingo de das om doet.
dassen in die bijtende kou.
hé, rode golfjes…
twingo’s bestaan blijkbaar niet.
een schip aan de golvende horizon wel?
als ik echt die vriendin was,
was ik het niet vergeten.
maar ik bén het niet vergeten.
ik heb er gewoon wat later aan gedacht…
te grote pepernotenkoekjes.
die eigenlijk kruidnotenkoekjes moeten heten.
de wereld is verwarrend.
ach, als je maar een beker mee hebt, schatje.
ik mis de man met de beker.
de wolverine achter het hele plot.
hij is onder de pannen en dat is acceptabel.
pannen zijn er nu eenmaal om onder te zitten.
katy flasht haar beugel nog maar een keer.
grof terugbrullend naar een knuffeltijger.
op een eiland met grotten vol met draken.
wij vormen de heerlijkheid aldaar.
horen bij elkaar, dus zie je maar.
ik ervaar mezelf als vreemd.
lana-achtig, breek me niet af.
hoe warrig mag een mens zijn?
ontwarren behoort niet tot mijn specialiteiten.
en hoe veel denken aan is eigenlijk gezond…
hangt er vanaf aan wie.
zeg jij. mij hoor je daar niet over.
je luistert enkel met die halve oren van je.
nee, liever niet. want dan wel.
maar alles waar te voor staat is té.
who cares, dan maar té.
te raar om jezelf van buiten te zien
terwijl je er toch continu binnenin zit.
zoiets als buiten jezelf zijn misschien.
maar de zinnen zitten er nog in.
dat blijkt wel weer.
ik leer langzaam te vliegen.
tussen al die regels door.
regels schreeuwen als meeuwen.
ik zou niet goed wijs zijn.
wat zeg je? precies.
dan maar slecht wijs, da’s ook wijs.
mijn gitaar lonkt naar mij.
ik lonk terug en gooi mijn benen over de stoel.
dan denk jij weer dat je mij kunt zeggen wie ik ben.
waarom zou ik überhaupt iemand zijn.
ik ben niet iemand als ik al ik ben.
waarom dan geen hoofdletters,
als het beestje wel een naam heeft?
zonder hoofdletters worden
de letters wirwar in je hoofd.
zonder hoofd ook.
πάντα ῥεῖ
0 gedachten over “wirwar”
De wirwar is bij mij ’s avonds groter als ’s ochtends…. gisteravond haakte ik na 6 zinnen af…. vandaag kon je wirwar wel aan en vond hem erg goed zelfs.
Groetjes,
Dorothé
Hahaha 🙂 dit is echt een typisch ‘eerstegedachtenschrijfsel’: ik schrijf t op zoals ik het denk. Niet nadenken, gewoon opschrijven. Ik doe het niet vaak maar het geeft leuke inzichten… en ik ben ’s avonds ook overduidelijk veeeeel warriger dan ’s ochtends, door alle indrukken en gebeurtenissen van de dag…
Wauw! Geweldig geschreven…
En zo herkenbaar, dat ook 😉