VVM – Weense Wijven (2)
Het eerdere verhaal – Weense Wijven (1) – over geharste bovenlippen, foute ouwewijvenkwalen, professioneel koffienippen en wulps gevulde olijvenschalen was slechts de eerste dag van het bezoek van mijn doorgewinterde damesclub aan Wenen. Het schrijven van een vervolg erop (de eerste avond) liet even op zich wachten. Geheel zoals het een dame op leeftijd betaamt.
—
De avond valt en de dames maken zich op voor een weldadige zitting bij de zogenaamde ‘Heuriger‘, een lokale wijnboer met een ‘Gastgarten‘ (ook zuiptuin genoemd), alwaar de gastheer zijn cliënten, omringd door wijngaarden en dito ranken, van zelfgestampte wijn en echte Heuriger-lekkernijen laat genieten.
Dat opmaken duurt helaas een halve eeuwigheid bij één van de toplevel-dames, waardoor we de bus missen. Geen ramp, een taxi is snel besteld. Die komt tien minuten later voorrijden: een invalidenbusje van Taxi Glück. Dat kan geen toeval zijn.
Chauffeur Hannes Hainzl stelt zich hoffelijk voor. De handkusjes worden professioneel omzeild. We hoeven niet bang te zijn: hij zal ons wundervolle dames precies daarheen brengen, waar we altijd al hadden willen zijn (en ik vraag me direct af waar dat ook alweer was).
Vanaf dat moment gaat het mis. Beate blijft met haar enkelrok aan de ingebouwde rolstoelhelling hangen. Marja stoot haar hoofd tegen het taxi-dak en Cinie brult luidkeels dat ze echt maar dan ook écht eerst nog even naar de WC moet. Daar heeft meneer Hainzl van Glück geen tijd voor, dus wordt de blaas van Cinie op de hobbelkeien van het steile landweggetje vakkundig leeg geschud. Cinie im Unglück.
Boven op de wijnbult stappen we gebroken (en Cinie doorweekt) uit. De wijngaarden zijn prachtig, de vergezichten over Wenen en de omringende groene bergen onbetaalbaar, de lekkernijen daarentegen op zijn zachtst gezegd godsgruwelijk smerig. Varkenstongzult, Speckknödel en Beuschl (orgaanvleesgoulash) gapen ons vanuit de zelfbedieningsvitrine aan. Marja, met haar paleo-veganistische lifestyle, begint spontaan te huilen. Ook de overrijpe bergkaas met ammoniakgeur (Cinie valt in ieder geval qua stank niet meer op) en de bijbehorende kummelzoutkoekjes zijn duidelijk niet haar ding. Het onze ook niet.
De wijn die we geserveerd krijgen, wordt door de wijnboer zelf afgeraden, maar het enige aangeboden alternatief – een bochtige variatie van iets dat op Chardonnay moet lijken – is volgens hem helemáál niet te drinken. Een eerlijk man, dat moet je hem nageven.
Herma kan bij aanblik van de zult haar kokhalsneigingen nauwelijks onderdrukken. We besluiten daarom samen het damestoilet op te zoeken. De blaas van Cinie volgt ons gedwee. Damestoiletten zijn overigens moeilijk te vinden in Wenen. Niet omdat ze er niet zijn maar omdat een duidelijk pixelgram van een vrouws- of manspersoon op de deur over het algemeen ontbreekt. Dit zorgde ervoor dat ik na aankomst in Wenen al redelijk snel overtuigd raakte van het feit dat iedere als zodanig herkenbare wc in de miljoenenstad per definitie voor vrouwen is. Mannen moeten maar in de druivenstruiken of achter de Stephansdom plassen.
Eerder die dag had ik me al ongewild en ongewenst op een mannentoilet verlicht omdat de m/v-indicatie op de deur weer eens ver te zoeken was. Het sneaky pissoir (dat ik bij binnenkomst volledig over het hoofd gezien had maar dat – toen ik eenmaal zat – pontificaal voor mijn neus opdoemde) vertelde me echter meer dan duidelijk dat ik op dat moment hartstikke fout zat. Maar dat terzijde.
Ook de deur van het wijnboerse mannentoilet blijkt te voldoen aan de Weense standaards: volledig vrij van enig toiletmennekesplaatje. Ik ruk met grote aandrang de deur open maar dan valt me nog net op tijd de ingang van het vrouwentoilet op. Die wordt gesierd door een naakte Barbie met plateauzolen. Geen twijfel mogelijk. Dit keer zit ik 100% zeker goed!
Enigszins gedesillusioneerd over de Weense Wijnwereld bestellen we na anderhalf uur diep zuchten van ellende onze invalidenbus op locatie. Dit keer brengt meneer Glück ons persoonlijk terug naar het hotel om en passant vijfentwintig euro extra bij de rekening op te tellen. Blijkt dat we nu ineens een stadsgrens overschreden (of beter gezegd: overreden) hebben. Op de heenweg was dat nog niet het geval dus heeft er in de tussentijd érgens in Vienna enig grensverleggend werk plaats gevonden. Of chauffeur Hainzl was een ons goedgezind taxi-groentje dat zijn stadsgrenzen nog niet kent.
Eenmaal terug op de hotelkamer worden de vijf meegebrachte flessen Sauvignon Blanc in minder dan twintig minuten soldaat gemaakt. We hadden het blijkbaar hard nodig.
______________________________
Ook verschenen op VerbodenVoorMannen.net