Ben ik een herdenkingsdissident?
Elk jaar sta ook ik op 4 mei even stil. En wel bij de vraag waarom we op deze dag nog steeds enkel een ‘nationale’ Dodenherdenking houden. Begrijp me niet verkeerd: iedereen mag herdenken wat/hoe/wanneer men wil. Maar de grootschalige relatering van deze officiële herdenking aan enkel Nederlandse slachtoffers in (hoofdzakelijk) de Tweede Wereldoorlog vind ik persoonlijk achterhaald. Ik heb alle respect voor het herdenken als zodanig en alle respect voor deze dag. Ook ik zal stil zijn. Desondanks vind ik dat onze Dodenherdenking in de huidige vorm te beperkt is en niet meegegaan met de tijd.
Enkel Nederlandse slachtoffers?
Sinds 1961 is de definitie van Dodenherdenking in theorie verbreed: Nederlandse gesneuvelden tijdens vredesoperaties in bijvoorbeeld Bosnië en Afghanistan en gevallenen in Nederlands-Indië worden nu eveneens herdacht. Maar de nadruk blijft heel duidelijk op dat ‘Nederlandse’ liggen.
De officiële tekst luidt: ‘Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.’
‘Nederlandse’ ontbreekt nu op diplomatieke wijze voor de woorden ‘burgers en militairen’, maar het gaat nog steeds enkel om slachtoffers van Nederlandse origine.
Waarom herdenken we niet ook al die gevallenen uit ándere landen? Gevallenen die net zo goed gestreden hebben en gestorven zijn voor de uiteindelijke bevrijding van Nederland? Waarom moet het ook nu nog steeds een puur Nederlandse aangelegenheid blijven?
Waarom blijven we vinden dat herdenking per definitie ook verzoening betekent? ‘Herdenken hoeft niet vergeven in te houden’, zoals antropoloog Hans Feddema drie jaar geleden al in zijn artikel stelde. Ook dan, zelfs dan, nee, júíst dan, zou je gezamenlijk moeten herdenken om niet te vergeten.
Hoogste tijd om deze herdenkingsdag eens te overdenken.
Gedwongen jaarlijkse bewustwording
In een multiculturele, geïnternationaliseerde samenleving en in een wereld waar nog steeds heftig gevochten, gefolterd, geterroriseerd en gemoord wordt, is onze Dodenherdenking niet meegegaan met de ontwikkelingen. Het herdenken van enkel ‘eigen’ slachtoffers in een ver verleden is te beperkt geworden. Te nationalistisch. Te egocentrisch.
De Nederlandse Dodenherdenking is verworden tot een nationaal stokpaard dat elk jaar opnieuw op een vast tijdstip van stal gehaald en bereden moet worden. Moet, ja. Wil je het anders doen en op veel bredere schaal herdenken, op een ander tijdstip terugdenken en herinneren, of leef je liever helemaal in het nu (met de zo populaire mindfulness en het huidige wereldse geweld in het achterhoofd), ben je al snel ‘heel fout’ bezig. Dat mag niet. Niet openlijk in ieder geval: dat is respectloos.
Onder het motto ‘opdat niet we niet zullen vergeten’ moet iedereen nog steeds elk jaar op dezelfde dag en om dezelfde tijd twee minuten stil zijn en het voorgeschrevene herdenken. In een keurslijf gedwongen bewustwording van enkel de nationale gevolgen van een oorlog, waarin zo onnoemelijk veel méér soldaten en burgers uit ándere landen gevallen zijn, óók voor de bevrijding van Nederland. Tegelijkertijd vergeet men daarnaast nadrukkelijk de slachtoffers van zo vele andere gruwelijke oorlogen waar Nederland bij betrokken was.
Ik vergeet niet. En zo velen met mij niet. Maar ik wil veel méér dingen niet vergeten dan alleen dat, wat er vandaag officieel herdacht wordt.
‘Deze oorlog was erger’
Je krijgt dan als herdenkingsdissident meteen het weerwoord: “Maar de Tweede Wereldoorlog was wél een stuk erger dan alle andere!” Ja. Qua aantallen slachtoffers absoluut. Maar de gruwelijkheid van een oorlog hangt niet per definitie af van hoeveel tientallen miljoenen erbij omgekomen zijn. Is een oorlog met 75 miljoen slachtoffers sec gezien 1,9 keer erger dan een oorlog met 40 miljoen doden? En vele recentere oorlogen zijn minstens zo opzienbarend en ‘herdenkingswaardig’ als het om gruwelijkheden, marteling, folter, experimenten en massamoord gaat.
Het Comité bepaalt
Opzienbarend is ook dat voor een steeds groter aantal joodse mensen de herdenking op 4 mei al veel te algemeen geworden is: zij hebben er ‘niets meer mee’ en herdenken vooral op hun eigen wijze en eigen tijdstippen. Zie bijvoorbeeld ook de reactie van Amiad onder het (al wat oudere) zeer kritische opinieblog van Victor Brenntice:
Velen houden dus al lang hun eigen specifieke herdenking. Op hun eigen manier. Binnen gesloten muren, want anders grenst herdenken aan dissidentie. 4 mei zou daarom juist heel geschikt zijn voor de algemene herdenking van álle gevallenen. Een dag waarop nadrukkelijk stilgestaan wordt bij alle onschuldige slachtoffers van welke oorlog dan ook. Een bij meer mensen en achtergronden passend bewustwordingsmoment. Een herdenking waar bijvoorbeeld ook Duitsers bij aanwezig mogen zijn. Duitsers zoals Thomas Läufer, die in 2010 (toen Duits ambassadeur in Nederland) verzocht om deel te mogen nemen aan de nationale Dodenherdenking. Hij mocht niet komen, want Duitser. Bijna driekwart van de Nederlandse bevolking vond het weliswaar prima om hem erbij te hebben (bron: duitslandinstituut.nl), maar het Nationaal Comité 4 en 5 mei wees hem af: niet welkom bij de Nederlandse ceremonie, in tegenstelling tot nationale WO-II-Dodenherdenkingen in vele andere landen, waar hij wél mocht deelnemen. Op 5 mei had hij dan wel weer mogen komen: meevieren dat we van hem en al die andere Duitsers bevrijd werden. Maar respectvol mee-herdenken? Nee, sorry. ‘Daar hoor jij niet bij‘.
Hypocriet
In mijn ogen is dát dus hypocriet: Het Comité bepaalt als een soort dictator wie wel en wie niet in Nederland mag herdenken en vooral ook wát en hóe er precies herdacht mag, nee, moet worden. Na de zaak Läufer is er in 2010 weliswaar kort gedebatteerd over het mogelijk meer internationale karakter dat de nationale herdenkingsdag zou moeten krijgen, maar tot nu toe is daar niets van terecht gekomen. De afwijzing van Läufer wekte destijds in ieder geval de indruk dat middels ‘onze’ nationale herdenkingsdag de wrok tegen Duitsland en Duitsers in stand moest worden gehouden. Het Comité haastte zich wel om te zeggen dat in principe geen enkele internationale vertegenwoordiger op 4 mei welkom is: Dodenherdenking moet vooral een ‘nationale aangelegenheid’ en puur Nederlands dingetje blijven.
Dissidente herdenker
Ik vermoed dat ik met dit artikel kritiek zal oogsten, net als Victor Brenntice met zijn opiniestuk van vier jaar geleden. Weliswaar had zijn artikel een duidelijk andere strekking en pleitte hij openlijk voor de complete afschaffing van Dodenherdenking, iets wat ik hier per definitie NIET wil doen. Maar als ‘dissidente herdenker’ vind ik dat we op een speciale gedenkdag als deze juist wél met de tijd mee moeten gaan en ál diegenen moeten herdenken die – waar ook ter wereld – de moed hadden om op te komen voor onze vrijheid, net als alle mensen die slachtoffer zijn geworden van juist het ontbreken daarvan. Ik vind ook dat we niemand mogen uitsluiten bij de officiële nagedachtenis aan al diegenen die door oorlogen om het leven zijn gekomen. En dat we stil moeten staan bij het feit dat er sinds de Tweede Wereldoorlog een nog steeds voortdurende periode van ‘relatieve’ vrede in Europa is (The Long Peace, bekijk o.a. hiervoor ook eens dit uiterst relativerende filmpje), die een daadwerkelijk, concreet gevolg is van WOII en de daaruit voortgekomen ontwikkelingen.
Dus herdenk ik, ondanks het streng voorgegeven kader, tóch op mijn eigen respectvolle manier en op door mij gekozen momenten. Laat mij. Want bij het voorgaande wil ik op een officiële dag als deze zelfs wel heel wat langer dan twee minuten stil blijven staan.
Feel free to disagree
Ook gepubliceerd op Hoevrouwendenken.nl
0 gedachten over “Ben ik een herdenkingsdissident?”
Ik ben een vergevingsgezind Mensch..maar met zo verschrikkelijk veel slachtoffers binnen de familie blijft Het Herdenken een heikel punt.
Misschien beter te wachten met het hervormen van de Herdenking tot de laatste directe slachtoffers er niet meer zijn?
Het is al zoveel jaren gegaan zoals het gegaan is, waarom het moeilijker maken dan het is…