waarheden van een klundert
ik heb net ’t boek van Kluun (“Komt een vrouw bij de dokter”) uitgelezen. Ja het heeft even geduurd voordat ik er eindelijk aan toe kwam om dat boek ‘ns te lezen, geef ik toe. Maar ook ik heb nu inzicht in Stijns chaotische seksleven met zijn stervende vrouw en minstens een dozijn andere dames.
Even gelijk voorweg genomen: ik vond ’t een exceptioneel goed boek. De film vond ik daarentegen nou weer helemaal niks, een platte, grove, remake van het boek met zoveel harde woorden, harde muziek en harde seks dat-ie na een krap uur toch echt begon te vervelen en ik daadwerkelijk de hele santemekraam weggezapt heb. Nou heb ik op dingen als harde muziek en harde seks an sich niks tegen, maar als het boek zó goed is, hoef ik de eventueel daaropgebaseerdede film meestal niet meer te zien want die kan nooit beter zijn. Dit was de bevestiging daarvan. Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen zoals “It” van Stephen King (die verfilming is “einfach der Hammer”).
Maar in dit boek staan zoveel rake citaten, zoveel sterke opmerkingen, zoveel geniaal gewramplede quotes en phrases, zoveel snoeiharde levenswaarheden dat ik er bíjna overdonderd van raakte. En dat gebeurt toch echt niet snel…
een inkopper is bijvoorbeeld:
Er zijn vaak honderd redenen om iets niet te doen, maar juist die ene reden om het wél te doen zou al genoeg moeten zijn. Het zou toch veel te treurig zijn als je spijt krijgt van de dingen die je niet hebt gedaan, want van alle dingen die je wel doet, kun je uiteindelijk alleen maar iets leren. (uit een dagboekbrief van Carmen aan dochtertje Luna)
Nou, in die fase zit ik als verse midlifecrisislijer dus: de fase van het op zoek zijn naar die éne reden om dingen die ik wil wél te doen i.p.v. niet. En eigenlijk is de reden al inherent aan de zin: “ik wil”. Punt. Zou voldoende moeten zijn. Gáán met die banaan!!
Wat ik ook een geweldige vind, is deze:
“Alles wat leuk is in het leven is godverdomme dodelijk. En weet je wat het allergevaarlijkst is? Leven. Van leven ga je dood.”
Absoluut. Maar zonder leven geen leven. Dus is ’t leuk? Doen. Dood ga je toch. Tsjakkaaaa!!
Alleen het vrij wramplen wat Kluun doet, is al zo heerlijk.
A wrample: a written sample. Een muziek- of tekstfragment dat wordt ingepast in een geschreven tekst.
Niemand die dat beter doet dan hij.
“Ik heb er veel over gehoord, maar het zien is er nooit van gekomen.” (naar van Kooten en de Bie). Ik ga het zien.
“Gerda slaat de spijker op de gevoelige snaar” (van Wim T. Schippers).
“…in deze poel van jolijt” (van Henk Elsink) – ah toe, mag ik er bij in?
“What was that? That was your life, mate. Oh…that was quick… can I get another one?” (geen wrample maar ’n citaat uit Fawlty Towers, maar zo heerlijk basic dat je het zelf had kunnen vragen. ahh please, can I get another one? I don’t like this one so much…).
“Hier is een kernramp gebeurd. Mijn auto. Mijn rijbewijs. Het zal nog een wonder zijn als ze bloed kunnen vinden in mijn alcohol.” (vrij gewrampled uit Leo van Ria Valk). Simpelweg gevoelsmatig per.fect.
en
“Ze heeft principes. Ik háát principes.” (gewrampled van de smurfen). Ik begin inmiddels te worstelen met dezelfde gevoelens. Naar de kloten met principes. Doe wat je altijd al wou, iemand anders gaat ’t echt niet voor je doen.
De humor in dit boek is geheel de mijne. Lichtelijk (tot zwaar) sarcastisch, droog, toegankelijk. Emoties onder een dikke laag alledaagsheid. Zoowwww lekker. Vanaf hoofdstuk 10 uitgelezen met tranen in m’n ogen. Shit voor mij dat ik dat las terwijl ik op de cardio-fiets in de kelder aan ’t opwarmen was voor een potje hardlopen. Fijn voor mij dat ik inmiddels ook blind lopen kan op mijn loopband.
Ik ben gek op droge humor, op stekende spot, op alledaagse onbenulligheden. Een man als Raymond van der Klundert wordt dan ook heimelijk en stilletjes aanbeden door mij… Ach schatje, wanneer komt onze tijd?