De trip der helften.

De trip der helften.

Het was er weer eentje.
Krap duizend kilometer tuffen.
En hoe.
Zaterdagmiddag zou ’t behoorlijk gaan sneeuwen dus was ’t plan om dan maar zo snel mogelijk alles in te pakken en te zorgen dat we voor de middag Bayern cq. sneeuwrisicogebied voorbij zouden zijn. Helaas kwam ’t anders. Zoon had ‘s-nachts 39,5°C koorts en lag ook ‘s-ochtends wat bleekjes op de bank te kermen.
Wat doen we. Rijden we, rijden we niet… Na lang dubben dan toch maar, want ziek op de bank voor de TV liggen of ziek in de auto DVD-tjes kijken maakt ook niet veel verschil. Alles in de auto gestouwd, voor de zekerheid maar een emmertje bij zoon’s voeten. Bij ’t starten laat Oudi al weten, er absoluut geen zin in te hebben. ‘Bremssystem defekt’ doemt met een felrood alarmteken van het kaliber ‘onmiddelijk stoppen en naar de garage laten slepen’ op in ’t display, begeleid van een harde protestpieper. ‘Bremslicht defekt’ wordt er ook nog even als toegift achteraan gegooid. Aangezien we inmiddels weten dat dit allemaal pure aanstellerij is en de boel het prima doet, doen wij wat bij alle kleine kinderen goed helpt: negeren, dan gaat ’t vanzelf wel weer over.
Stortregen, miezerregen, sneeuwregen. Ik rij het eerste stuk. Stortregen vindt onze Oudi ook niet fijn en na een half uur valt de kilometerteller lam terug op nul. Redelijk tegelijkertijd staan we ook al stil dus was het geen probleem, die nul. Twee vrachtauto’s op elkaar geknald en een dikke, vette, kilometerslange file. Wall-E in de DVD gepropt maar ’t robotgedrocht weigert in alle toonaarden om duits te praten en een gefrustreerde bijrijder-en-bedieningsman roept naar achteren dat de kinderen dan maar engels moeten leren van dat verroeste stuk rondhobbelende ijzer. Na een goed half uur stop-en-go rijden we weer met een beetje snelheid maar de tacho blijft op nul hangen. Zoon’s maag maakt zich voor de eerste keer kenbaar en leegt zich krampachtig. Het emmertje klemt helaas dus mikt zoon van een afstandje voorover in de emmer. Het gaat biiiijjjna goed. Bijna. Parkeerplaatstijd, schoonmaaktijd. Ik ben dit keer voorbereid: water, doekjes, keukenrol, alles bij de hand. Emmertje weer schoon voor de volgende vulling maar zoon mompelt bleekjes: “Maag leger dan leeg. Emmer écht niet meer nodig”. Daar denk ik dan toch een beetje anders over en plaats de emmer dit keer zo dat hij niet klemt…
Dochter heef ’t koud dus deken over en verwarming hoger terwijl we zoon weer diep horen zuchten. Lijkbleek en ja hoor: de tweede ronde. En de volgende parkeerplaats. Dit keer is alles goed in het emmertje terecht gekomen. Emmerwas- en plaspauze bij vriesgraden. Dochter jankt van de kou, heeft rode lodderoogjes en hoofdpijn. Dan maar een lading Nurofen erin en weer verder. De emmer mag dit keer zonder protest weer bij de voeten. Wall-E is  inmiddels klaar met z’n engelse geleuter en dochter valt van ellende in slaap. Zoon kan niet slapen en heeft nekpijn van ’t hangen. Een ibuprofentablet gegeven, misschien blijft die er wél lang genoeg in en kan hij zo wat slapen. De tablet wordt vreselijk goor bevonden. Spontaan kokhalzen maar de pil blijft erin en zoon valt om. Out. Yessss, denk ik. Eindelijk. Helaas. Na vijftien minuten zit hij ineens rechtop, grijpt de emmer, verdraait z’n ogen en spuugt apathisch een sloot water, gal en een half opgeloste pil uit.  Parkeerplaats nummer drie en ik loop maar weer stoïcijns met het emmertje kots naar ’t toilet. Je went eraan.
Zoon vraagt of we al op de helft zijn en we roepen in koor (ongeveer 150 voor de werkelijke helft) “ja hoor!!”, waarna hij opmerkt dat hij dan nog maar 2 keer hoeft te spugen en dan zijn we er. Twee keer vóór de helft, één keer OP de helft, dus nu nog twee keer ná de helft en dan is ’t klaar. En of-ie wat te eten mag. Ja tuurlijk. Een banaan? Want die is zacht en laat zich tenminste goed weer uitspugen. Nee bah. Stukje kaas? Neuh. Een KinderPingui (zo’n choco-melkreep, ook heel zacht)? Ja. Na een halve reep hoeft-ie niet meer. Verstandig. “Kijk, een kerncentrale!!” waarop zoon enkel “blööööd” mompelt, maar het is toch goed voor wat afleiding. Dochter vraagt om een halve (alweer van dat halve gedoe..) pil tegen de hoofdpijn. Halve pil erin, Pinguins van Madagascar in de DVD en ik constateer dat we nu echt op de helft zijn dus omdraaien heeft ook geen zin meer. Yay.
Man en ik wisselen elkaar af bij ’t rijden want allebei nogal slaperig. We rijden half-om-half door prachtige winterlandschappen en zien gepoedersuikerde bomen voorbijrazen. Veel ongelukken en nog een keer een file van een stief kwartiertje (oftewel: een half half uurtje), maar we  komen er wel.  Shaun het schaap en Alvin & de chipmunks doen wat backseat-entertainment en dochter vraagt wanneer we nu eindelijk bij de McDonalds zijn. Zoon kokhalst bij ’t horen van die naam, maar een uurtje later is hij dan toch ineens redelijk fit en heeft een berenhonger, dus om half 7 zitten we dan toch bij de Mc. Zoon bunkert zijn happy meal naar binnen, dochter sowieso. Ik eet een McRib en vind ’t glibberige ding bij nader inzien best eetbaar. Zoon is klaar en grijnst: “Zo. Nu ben ik wel klaar met spugen.” Ik mag ’t hopen…
Om goed half tien ‘s-avonds zijn we er. We hebben ’t weer gehaald 🙂
En weet ik niet hoe snel ik uit die auto moet komen om mijn mama en papa te omarmen.
Eindelijk.

0 gedachten over “De trip der helften.

  1. Fuck wat een ellende op een hoop. Je schrijft het heerlijk relativerend op, maar ik kan er niet om lachen. Ik had jullie een relaxtere trip gegund. Wat fijn dat je bij je papa en mama bent schat. Liefs! Xxx

  2. Oh hoe herkenbaar Lou, dit soort kinderdrama’s en je schuldig voelen dat je ze meesleept in een dergelijke toestand, terwijl je ook niet voor de lol even zo’n megarit doet. Hopenlijk deed het bezoek jou en je ouders goed en verloopt de terugweg vlekkeloos.
    groetjes,
    Dorothé

  3. Mijn God, het zal eens een keertje normaal gaan bij jou! Wat een rit zeg. Ik heb grote bewondering voor de manier waarop je ermee omgaat. Petje af.
    En van je verhaal heb ik op het eind ook nog ff tranen in mijn ogen.
    Ga maar lekker genieten van je paps en mams. Je hebt er zó naar uitgekeken!
    xxx

  4. Dat je vroeger als kind dacht dat ouders alles maar goed vonden als je het per ongeluk deed en het toch wel voor lief namen… Wie zegt dat kinderen altijd leuk zijn, mag de terugrit van jou overnemen denk ik 😉
    Welkom thuis!

  5. Wat een moed om toch aan die rit te beginnen, maar ja, de eindbestemming is dan ook geweldig.
    😉 Veel plezier en geniet ervan. (wat ligt er bij jullie al sneeuw) Mijn vriendin woont in Lütherbach nabij Solothurn. Ook ieder jaar veel sneeuw.

  6. Off topic: over dat volgen: I’m flattered ;-). Ik heb geen idee of ik dat op mijn blog kan instellen. Ben een totale nitwit wat dat betreft. Ik heb zelf alle blogs die ik volg in http://www.netvibes.com gezet. Als iemand dan een nieuwe blog zet, staat het daar op. Jij staat daar ook netjes tussen. 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *