Het zinloze lijden van een ruitenwisser
Dit weekend heb ik bijgetankt. Eerst de auto voor de rit naar München, toen mezelf. Mijn ouwe audi bracht mij weer eens in ’the office’ voor hoognodig puinruimen en noodzakelijke werkbesprekingen. Het mooie aan deze werkzaterdagen is, dat ik vrijdag op zaterdag én zaterdag op zondag vrienden kan bezoeken. München is de stad waar ik tien jaar gewoond heb en waar ik éigenlijk wel voor altijd had willen blijven. München is een heerlijke stad. Gezellig, mooi, ook een beetje gezapig (en ‘spießig’) maar wel met alle gewenste uitgaans- en culturele mogelijkheden. En met een hoop vrienden die ik nog maar sporadisch zie.
Vrijdagavond met vrienden naar een geniaal Frans restaurant (Entrecôte met aardappelgratin en tomatenconfît, mennnnnschnochmal wat was dat lekker…) en tot diep, diep in de nacht met vriendin gekletst. Zaterdagochtend op zijn goedmünchens gefrühstückt in een stadscafé, toen door naar het werk. Noodzakelijk kwaad maar ook mijn alibi om even een paar dagen terug te kunnen vluchten naar die stad waar ik zo van hou. München is en blijft mijn tweede Utrecht. Aan het eind van de middag was ik klaar en bijgepraat en reed ik naar een andere vriendin. In de binnenstad, dus ik was helemaal blij met de parkeerplaats op het binnenhofje achter het huis waar zij woonde. Die had ze voor mij vrij gehouden zodat ik niet weer 28 rondjes moest rijden voordat ik m’n auto ergens kon laten vallen.
Met de U-Bahn rijden we naar de bioscoop, waar Liberace (originele toon) draaide. Wat een film zeg, wow. Michael Douglas en Matt Damon laten zien dat ze echt gewéldige acteurs zijn. De bioscoop zelf is al een bezoek waard: het oudste lichtspeelhuis van München. Met een ‘David’ met valse wimpers en een ronduit sjaggie kijkende Mona Lisa aan de muur, enorme kitschlampen en duivels met groenverlichte ogen naast het filmdoek. Ik heb er een keer de Rocky Horror Picture Show gekeken, die draait daar sinds 1977 (!) elke (!!!) vrijdag en zaterdag om middernacht. Inclusief netkousen, dikke rode lippenstift, hoge blokhakken, wc-papier, rijst, ratels, popcorn en andere entourage. Pure cult. Dit keer was het Liberace, ook niet slecht. Aansluitend Vietnamees eten en een korte kroegentocht met wijn. Veel wijn. Genoeg voor een taxi terug naar huis. Genoten van de lichten, de geluiden. De kroegen, de mensen. De stad zelf, mijn gevoel van “even terug naar toen”, zelfs van de tramrit heb ik genoten. Weer als vanouds. Om half drie klim ik in mijn stapellogeerbedje, om er vanochtend om half tien weer uit te vallen. We zouden gaan brunchen, dus na het douchen, aankleden, spullen weer inpakken en de koffie naar buiten.
Ik wil nog even mijn pruttel in de auto gooien voordat we naar het Gasthaus lopen. En zie het meteen: iemand heeft mijn ruitenwisser aan de bestuurderskant met bruut geweld afgebroken. Finaal af. De aluminiumstomp steekt omhoog, de wisser zelf ligt er omgekeerd opgekwakt. Een gruwelijke aanblik… Mijn vriendin heeft meteen iemand onder verdenking: de bezitter van het japanse restaurant aan de voorkant van het woongebouw. Die huurt een parkeerplaats in het hof maar wil eigenlijk gewoon de hele binnenplaats voor zichzelf hebben en parkeert dus altijd dusdanig, dat werkelijk niemand anders zijn auto daar nog fatsoenlijk kwijt kan daar. Er kunnen normaal gesproken maar liefst zes auto’s vredig staan, de overige parkeerplaatsen zijn namelijk voor de bewoners van het huis én hun gasten. Ik was er eerder dan die wasabivreter en stond keurig vlak aan de muur, hij kon dus prima parkeren op zijn eigen plek maar de nogal agressieve man heeft zó de pik op andere auto’s dat hij regelmatig woede-uitbarstingen heeft en van pure ergernis staat te schreeuwen in het hof. (*”klein klein kleutertje wat doe jij in mijn hof” neuriet*) Meerdere aangiftes (o.a. wegens het bedreigen van een zwangere vrouw met een schroevendraaier) mochten tot nu toe niet baten om van hem af te komen. Zelfs de verhuurder ziet hem liever gaan maar krijgt hem (en zijn zes illegale sushislaafjes) er niet uit. De jappenmaffia is sterk…
Anyway, toch maar naar de politie met de hele handel: aangifte doen. Niet dat dat ook maar iets helpt want getuigen waren er niet maar ja, melden moet je het dan toch. En het duurt me toch een potje langggg… Foto van de auto. Van de ruitenwisser. Van de ruitenwisser op de auto. Van het nummerbord. Getuigenverklaring. Feitenlijst. Verklaring van vriendin over mogelijke verdachte persoon (de jap). Meneer de agent (een nog uitermate enthousiast broekie; waarschijnlijk is dit zijn eerste echte geval van moedwillige vernieling ofzo) wil de afgebroken ruitenwisser persé houden om evt. vingerafdrukken veilig te stellen. Ik verklaar dat ik het ding eigenlijk liever mee wil nemen maar dat mag niet. Gelukkig gromt zijn chef al snel om het hoekje dat dat onzin is, dat daar toch niks uit komt en de wisser enkel op die andere berg rotzooi in het bureau zal belanden. Ik gris mijn gewonde ruitenwisser gelijk weg, voordat hij zich bedenkt. Terwijl meneer Broekje zit te typen (twee vingertjes, tip tap tip tap…) luisteren wij naar een meisje – type grijze muis met lange onderbroek en schuifknipjes in het haar – dat ook aangifte doet. Van stalking, bedreiging (met een soeplepel…) en grove diefstal (twaalfhonderd euro, gestolen toen de goede man haar in haar eigen badkuip verleid had en even zijn behoeften ging doen). Een verhaal van heb-ik-jou-daar. Helaas vraagt Broekje elke keer weer dingen waardoor we het gesprek niet zo goed kunnen volgen. Maar om nu te vragen of ie even zijn klep kan houden zodat wij die andere smeuiïge aangifte beter kunnen horen, dat is nou ook weer zoiets… Broekje is het niet eens met mijn schatting van de schade (ik noemde iets van driehonderd euro, ja weet ik veel) want dat was niet te verantwoorden, gezien de waarde van ‘de ietwat oude auto’ zelf. Met andere woorden: Een auto die nog geen vijftienhonderd euro waard is, heeft ook geen ruitenwissers van driehonderd euro. Ik zeg ‘m dat hij maar in moet vullen wat hem goed dunkt, ik vind ’t allemaal best. Maar dan moet hij ook accepteren dat de auto toch echt blauw is en niet zwart. En huppakee, de printer ratelt weer….
Anderhalf uur later staan we weer buiten, de gestalkte muis zit nog steeds te verhalen. Berehonger want van ontbijten is ook nog niks gekomen. We rijden naar een oermünchens Gasthaus en ik hoop stiekem heeeeeel hard dat het vooral niet gaat regenen vandaag want ik moet nog drie uur terug naar Oostenrijk rijden. Met een zielige, gewonde ruitenwisser onder mijn arm. Snik.
Dag München…
0 gedachten over “Het zinloze lijden van een ruitenwisser”
Meid, wat een domper op de pret. Hopelijk heb je onderweg inderdaad geen regen gehad…
Hi Lou,
Wat een gedoe allemaal net nu je zo’n leuk uitje had. Ik wil ook nog naar München want daar schijnt een leuke marathon te zijn. Als ik ga contact ik je nog voor tips.
groetjes,
Dorothé
Zo vervelend, dit soort afsluiters na een leuke avond. Er is een soort Chinees gezegde voor: geen zoet zonder zuur, zoiets. Of dat ook in dit geval opgaat weet ik eigenlijk niet nu ik erover nadenk, maar het blijft balen.