Uitgebrand?

Uitgebrand?

Vandaag zag ik er weer één.  En vorige week woensdag ook. Net als al zovele keren daarvoor. Een zogenaamd uitgeblust, opgebrand persoon. Iemand met een burn-out. Ik heb al meerdere keren gedacht dat ik zelf zoiets als een burn-out zou kunnen hebben, maar ik heb inmiddels sterk het vermoeden dat ik dat niet kan, dat opgebrand raken. Depressief worden kan ik wel degelijk (heel goed zelfs, maar dat is ook weer zoiets wat je éigenlijk niet hardop mag zeggen hè…) maar volledig en totaal uitgeblust raken, schijnt mij een onmogelijkheid. Ligt misschien aan de mate waarin het brein in staat is, zichzelf te amuseren, te bedotten en te verwarren… Het mijne kan dat in ieder geval verschrikkelijk goed. Maar waarom zijn er dan tegenwoordig zó veel mensen die zomaar ineens niet meer verder kunnen? Geen stap meer? Bij wie de accu leeg is, de energie verbruikt, de vlam uit? Waarom is die ingebouwde oplaadbare batterij ineens totaal lamgelegd, rijp voor het afvalstoffencentrum? En waar haal je dan in hemelsnaam een nieuwe?
Geen idee. Ik denk persoonlijk wel dat burn-out-patiënten eigenlijk de geijkte slachtoffers van onze van het padje geraakte maatschappij zijn. Iedereen wordt onderhand voor het overgrote deel van zijn of haar leven gecontroleerd, gestuurd en beheerd. Passief vegeteren omwille van het bestaan versus actief de dingen (be)leven die men ook werkelijk beleven wíl. Zo gezien zijn mensen met een burn-out eigenlijk de voorboden van de uiteindelijk onvermijdbare systeemcrash zelf. Een systeem waarin steeds meer mensen een baan met een extreem intensieve en vooral heel ver reikende sociale omgeving hebben. De werktechnische sociale invloeden komen nu van veel verder weg, in veel grotere getale en zijn in veel intensievere mate aanwezig dan ooit het geval was. Tegenwoordig wordt de samenleving vooral gedomineerd door de prestaties van sterk narcistische individuen die enkel nog hun eigen ikje dwangmatig celebreren. Het gemeenschapsgevoel ontbreekt, overal wordt tegenaan geschopt, niets is meer goed, niet eens meer goed genoeg. En dat zowel op maatschappelijk macro-niveau als in de directe sociale micro-omgeving. Men loopt maar door in zijn of haar eigen verchroomde tredmolentje. En ook al heeft dat gepolijste looprad dan alle nodige blingbling en luxe, het blijft een tredmolen en je moet doorhollen, of je nu wilt of niet.
De vraag is: hoe breek je uit? Ik heb een gloeiende pesthekel aan dat boek van Elizabeth George (na drie pogingen heb ik ’t aan de kant gesmeten, geen doorkomen aan) maar in die titel, “Eat, pray, love”, daar zit wel wat in. Eten moet je en daarvoor moet je dus werken (als je in het gelukkige bezit van een baan bent tenminste). Hoe je het ook draait of keert, er moet op de één of andere manier geld binnenkomen. Is nu eenmaal zo en de ruilhandel is helaas al uitgestorven. Maar de tijd die je met werken doorbrengt, zou eigenlijk ook zinvolle tijd moeten zijn en geen moeizame kwelling. Geen zich erdoorheen moeten slepen tot het volgende weekend. Die luxe heeft niet iedereen: werk is werk per slot van rekening; je mag blij zijn als je een baan hebt. Daarom moet er in de eerste plaats tijd náást het werk vrij geschoffeld worden én die tijd zou dan volgens de experts vooral benut moeten worden om na te denken over zichzelf, de wereld en het grote ‘waarom’. Het ‘Pray’, zeg maar.  Vroeger werden vragen hieromtrent vooral door de verschillende religies beantwoord maar vandaag de dag is de relevantie van het geloof an sich bij veel mensen al lang en breed weggevaagd.  Zoals vroeger de religie voorschreef wat en vooral hoe te denken en wat de zin van het leven was, zo moet en wil men dat nu lekker fijn zelf invullen. En dat is niet makkelijk, levenszin vinden zonder voorgekauwde kerkse lariekoek (zo zie ik ’t, ieder zijn mening). Daar komt dan ook meteen de ‘love’ om de hoek koekeloeren. Op z’n positiviteitsgoeriaans gezegd: “Liefde, in de vorm van het vermogen om de relevante dingen in het hier en nu zowel bij anderen als bij zichzelf aan te voelen, op te merken én te waarderen en in de vorm van de capaciteit om niet langer simpel voorbij te gaan aan wat is, te laten rusten wat was en uit te kijken naar wat nog kan komen.” En juist dát schijnt heden ten dage steeds opnieuw geleerd te moeten worden…
No love, no life.
’t Is net muziek.
En daarom haat ik positiviteitsgoeroes.
Want hemeltjelief, wás het maar zo eenvoudig.
Gooi die blonde manen in de wind en doe voorrrrrallll wat je moet doen.
En de rest niet. En zo.
Waarom moet ik nu in vredesnaam ineens aan Adam Curry denken…
Sorry Adam.

0 gedachten over “Uitgebrand?

  1. Hi Lou,
    Over burn out vond ik hier een geweldig stuk http://anderzverder.com/2014/01/13/burnout-het-faillissement-van-je-identiteit/ Er staan er nog meer interessante dingen op dat blog. Nee ik heb geen burn out maar je weet dat ik ineens geconfronteerd werd met ziekte en operatie. Dat maakt dat je er gelijk achter komt wat echt belangrijk voor je is en dan kun je ook ineens veel loslaten. Het is moeilijk, maar gelijk ook mooi en waardevol. Natuurlijk kies je nooit voor zoiets. Het overkomt je en dan moet je er mee dealen en ik haat dus ook dat positieve gezemel. Het maakt me woedend omdat het zo onecht is.
    Groetjes,
    Dorothé

    1. Ik kan er zo weinig mee. Het is zo makkelijk gezegd: “je moet dit of dat zus en zo doen, dan komt ’t goed.” Da’s net als dat je een verstokt roker zegt: “je moet gewoon niet meer roken, zo makkelijk is het.” Gezemel inderdaad. Je leven ligt overhoop en dan moet je simpelweg even de liefde toelaten en alles komt goed… gezemel is het juiste woord.

      1. Mensen doen het omdat ze je willen troosten, maar ze richten alleen meer schade aan door het niet erkennen van hetgeen moeilijk, slecht, beroerd, pijnlijk etc. is. Momenteel ben ik ook heel erg allergisch voor ‘het geneest goed’.

  2. Ik had na mijn scheiding een officiële combi-diagnose door een psychiater: ernstige depressie én een burn out. En ik had het niet eens in de gaten, ging gewoon door. Ok, ok, ik was wat minder energiek en minder vrolijk 😉

    1. Dat ligt ook aan de aard van het beestje hè. Ik heb ook wel eens dagenlang (wekenlang) geen zin om iets te doen, energieloos, extreem uitstelgedrag… maar dan is het wat jij zegt: wat minder energiek en minder vrolijk. Gaat wel weer over. Waar ik de kriebels van krijg, zijn die extreem positieve betweters, die precies weten hoe het moet. En zichzelf dan vervolgens op non-actief stellen vanwege een depressie.

  3. Bijzonder herkenbaar. Vooral in de winter had ik soms het gevoel alsof het allemaal niet echt was, alsof ik slaapwandelde. Kan het niet uitleggen. Het was geen burn-out. Was het een depressie? Ook niet echt. 2 jaar geleden dacht ik: nu ga ik het eens over een andere boeg gooien. Ik kocht een blauwe lamp (lichttherapie), stopte radicaal met teveel suikers en ik moet zeggen: ik voel me stukken beter.
    Maar ja: het is wat je zegt: de wereld bestaat tegenwoordig natuurlijk ook uit ‘sterk narcistische individuen die enkel nog hun eigen ikje dwangmatig celebreren’ en ik word daar ook niet vrolijk van. Integendeel.
    En die *%$#@-positiviteitsgoeroes zijn ook vreselijk ja. Die opgefokte Prozac-blijheid. Hou op!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *