Als de liefde toeslaat…
…moet je als elfjarige blijkbaar even heel hard slikken.
Én je moeder bellen.
Dat ook.
Bezweet kijk ik, na een uurtje intensieve, sportieve bezigheid, op mijn telefoon. Eén gemiste oproep: het nummer van een vriendje van mijn zoon. Ze zijn een week op schoolkamp en zoon wilde geen mobiel meenemen. Dat was volgens hem nergens voor nodig. Waarom zou hij ons in vredesnaam moeten bellen? En als we hem wat dringends te zeggen hadden, konden we toch de begeleidend docente bellen? Ik kijk naar m’n display, voel naast mijn zweet nog wat andere nattigheid en bel het nummer terug. Zoon neemt meteen op en mijn indruk dat er iets is, wordt zo mogelijk nog sterker.
‘Oh haaaai mam…’ meldt hij zich nonchalant.
‘Hey lieverd! Marco heeft gebeld? Vertel, wat is er aan de hand? Hebben jullie het naar de zin daar?’
‘Euh… jawel hoor… we hebben gewandeld en een mierenhuisdinges in het bos gebouwd en gisteren hadden we een fakkelwandeling en kampvuur en zo. Best leuk, ja…’
‘Fijn. Kun je ook een beetje goed slapen? Je hebt toch geen heimwee of zo, hè?’
‘Nee nee, nergens last van…’
‘Lieverd, wat is er?’
Ik wacht gespannen af. Korte stilte, diepe zucht. En dan wat beschaamd gefluister. Tot drie keer toe zeg ik dat hij toch echt harder moet praten omdat ik er werkelijk geen bal van versta.
‘Ik… heb… ‘n… l..fd.sbr..f gekregen…’
‘Een wat?’
‘Een l…d.sbr..f.’
‘Wat???’
‘EEN LIEFDESBRIEF!’
Hij spuugt het er bijna uit. Alsof het een vreselijk smerig woord is. Ik moet mijn best doen om niet heel erg in de lach te schieten en vuur wat standaardvragen op hem af: Van wie?? Wat vind je er zelf van? En wat schreef ze dan?
‘Hij is van Melinda*.’
Dan nog meer stilte, een hoop ‘euhs’ en wat gefluister op de achtergrond.
‘Heb je de brief daar nog?’ vraag ik voorzichtig.
‘Nee, natuurlijk niet. Ligt in de prullenbak.’
Ik sommeer hem de brief er weer uit te halen; hij moet hem bewaren want dit zijn waardevolle dingen. Bovendien is het meisje in kwestie heel moedig geweest en is dit iets ontzettend liefs, ook al ziet hij dat nu nog niet zo. Als hij ‘m niet wil houden, bewaar ik de brief wel tot hij hem wél kan waarderen. Als hij twintig is of zo. Schoorvoetend loopt hij met mobiel en al naar de prullenbak en vist de brief er met hoorbare tegenzin weer uit.
‘Nou ehm… ze schrijft: Hoe gaat het met jou? Vind je mij aardig? Er staan twee vakjes achter waar ik JA of NEE aan kan kruisen. En dan: Ik vind jou heel aardig!’
Stilte. Alweer.
‘Goh lieverd… en wat vind je er zelf van?’ De geijkte moedervraag als je het zelf ook niet meer weet.
‘Maaham… dit is beangstigend… Ik weet echt niet wat ik ermee moet.’
Beangstigend. Zijn beschrijving voor een liefdesverklaring. Ik heb met mijn kind te doen… Nog drie dagen schoolkamp en hij weet zelfs niet eens meer hoe hij het meisje in kwestie moet aankijken. Voordat ik überhaupt iets kan zeggen, schalt hij alweer in het mobieltje:
‘Oh mam? Ik bel je morgen nog wel! Ik ga nu chips eten met Marco en Abdullah. Doeiiii!!’
En weg is ie, mij grinnikend en vertederd achter latend.
Als de liefde toeslaat, slaat ie hard.
Dan helpt alleen nog maar paprika-chips.
.
.
*) naam om privacyredenen veranderd 🙂
0 gedachten over “Als de liefde toeslaat…”
oooo dit is zoooo lief!!!! heerlijk… de liefde!! 🙂
Wat een compliment dat hij het met jou wil delen!
Haha, geweldig!
Oh, zo heerlijk!!! <3
Schattig!
Met dikke glimlach zit ik na te genieten… zo veel jaar later en het is me zo bekend 😉 Dank je!